Borstkanker wordt behandeld met ofwel een ablatio, ofwel een lumpectomie en dissectie van de okselklieren, ofwel sentinel node procedure. Naast de beschreven complicaties zoals bloedingen, infecties, lymfoedeem (arm en borst) en zenuwschade, is seroom de meest voorkomende complicatie na behandeling van borstkanker, met een incidentie van 2.5%-51%. Verschillende invasieve methoden zijn gebruikt om seroom te voorkomen of te verminderen. Wetenschappelijke literatuur beschrijft goede resultaten van lymftaping bij lymfoedeem in de arm. Lymftaping heeft het potentieel om seroom te voorkomen of verminderen, echter dit effect is in deze context nog niet onderzocht.
9 vrouwen die behandeld moesten worden voor borstkanker werden geïncludeerd in deze RCT, uitgevoerd in de Breast Cancer Unit van Flinders Medical Centre te Adelaide, South Australia. De patiënten werden gerandomiseerd in een therapiegroep en controlegroep (n=4 in iedere groep). 1 patiënte werd geëxcludeerd in verband met uitgestelde operatie.
Bio-Impedantie Spectroscopie van de borst werd toegepast om de hoeveelheid intra- en extracellulair vocht vast te stellen in elk van de vier kwadranten van de borst. Tevens werd een vragenlijst ingevuld waarin de kwaliteit van leven op zeven items gescoord werd. Vanaf dag een postoperatief ontvingen beide groepen adviezen, oefeningen en waar nodig puncties van het seroom. In de therapiegroep werd lymftaping toegepast over de waterscheiding tussen de lymfatische huidterritoria op de rug, tussen de wervelkolom en de oksel. Metingen werden herhaald op 5, 9 en 16 dagen (t5, t9 en t16). Alle data werden geanalyseerd gebruik makend van SPSS® (v12).
Vier patiënten ontwikkelden seroom dat gepuncteerd diende te worden (2 in iedere groep). De hoeveelheid extracellulair vocht (ECV) op t16 was 0.1037 ± 0.0324 (afname van 15,3%) ten opzichte van t1 in de therapiegroep en 0.1066 ± 0.0227 (afname van 4,6%) in de controlegroep. Na 16 dagen behandeling, werden substantiële verbeteringen aangetoond in het strakke, zware en branderige gevoel van de arm, in het voordeel van de therapiegroep. Daarnaast verbeterde vooral de pijn perceptie na 9 en 16 dagen behandeling in de therapiegroep.
De beste methode voor de behandeling van seroom is onbekend. De meeste artsen puncteren een seroom dat ongemak veroorzaakt bij de patiënt. Hierbij bestaat het risico van mogelijke infectie en het daarbij behorende verhoogde risico op lymfoedeem. Een goede samenwerking tussen artsen, (mammacare)verpleegkundigen en (oedeem)fysiotherapeuten is noodzakelijk om lymftaping te implementeren in de behandeling van seroom en meer experience based evidence te creëren. Lymftaping lijkt een uitstekende methode om de incidentie en hevigheid van seroom te behandelen op een relatief eenvoudige manier.
Gepubliceerd in de Journal of Lymphoedema, Vol 5, No2.